ROOS VAN JAN: EEN ECHTE HARRIE MET EEN LUISTEREND OOR.
Inmiddels zijn er al heel wat nieuwe collega’s gestart bij JAN. Roos van Dommelen is op het moment een van de captains. In dit artikel maak je kennis met haar en vertelt ze je alles over haar ervaringen bij JAN Facilities.
Als je weleens bij BanBouw aan de Collseweg in Nuenen komt, kun je nauwelijks om Roos (46) heen. Niet vanwege haar omvang, maar vanwege haar optimistische en warme voorkomen. Roos begon afgelopen februari bij ons bedrijf als voorman schoonmaak. Ze vindt haar werk leuk en steekt dat bepaald niet onder bureaustoelen of banken.
Haar dialect verraadt dat ze van origine niet uit deze regio komt. “Ik kom uit Bodegraven, vlak bij Rotterdam. Voor de liefde ben ik in Schijndel gaan wonen. Onze relatie is stukgelopen, maar mijn dertienjarige zoon houdt me gezelschap. Of ik de ambitie heb om nog een keer terug naar het westen te keren? Ja, wel degelijk. Ik heb een nieuwe vriend, mijn jeugdliefde uit Bodegraven die ik al dertig jaar ken. Hij woont er nog steeds. Maar ik verwacht niet op korte termijn te gaan verkassen. Mijn zoon heeft in Schijndel zijn vrienden en zit er op school. En ik heb hier net een superleuke baan. Ik ga hier voorlopig niet weg, en anders neem ik die reistijd om op mijn werk te komen wel voor lief.”
Gaan praten in Nuenen
Helemaal onbekend met de BanGroep was Roos niet. “Via mijn vorige baas werkte ik een paar jaar in de schoonmaak bij Van Eck in Son. Dat strookte niet helemaal met mijn ambities; ik zocht wat meer uitdaging en meer menselijk contact. Ik solliciteerde bij de DELA als overledenenverzorger. Dat leek me heel dankbaar en betekenisvol; een baan waarin je echt iets voor nabestaanden betekent. Ik werd niet aangenomen, maar had voor mezelf al wel helder dat ik iets met mensen wilde doen. Toen directeur Hans Tholen hoorde dat ik iets anders zocht, stelde hij voor om eens in Nuenen te gaan praten. En kijk: nu zit ik hier.” Als voorman – of voorvrouw, zoals je wilt – schoonmaak begeleidt Roos de schoonmakers van JAN. “Dat zijn mensen met een afstandje tot de arbeidsmarkt. Soms mensen die lang niet gewerkt hebben, angstig zijn, of worstelen met hun zelfvertrouwen. Ik wil ze laten opbloeien en zorgen dat ze zichzelf op waarde schatten. Bij de één is dat makkelijk, bij de ander moet je daar wat harder aan trekken. Hoe ik dat doe? Door veel te praten en vertrouwen te geven. Ik zeg mijn mensen bijvoorbeeld dat niet alles in één keer perfect hoeft te zijn. Soms pak ik zelf de stofzuiger of poetsdoek en doe ik het voor.”
Kantoren vol mensen
Roos geeft een voorbeeld. “Er werkt hier een vrouw die het eng vond om kantoren met veel mensen binnen te gaan. Maar ja, dat is wel nodig als je er wilt schoonmaken. ‘Laten we het samen doen’, stelde ik voor. Samen gingen we naar binnen. Ik stelde mijn collega voor aan de mensen in het kantoor. Toen was het ijs gebroken en ben ik stapje voor stapje de ruimte uit gegaan. Dat vond ik heel knap van haar. Ik heb haar ook gecomplimenteerd, natuurlijk. Een klein gebaar, maar voor mensen met een niet al te hoog zelfbeeld van groot belang.”
Aan mannennamen geen gebrek in Roos’ leven. Behalve JAN-medewerker is ze ook een Harrie. Harrie staat voor Hulpvaardig, Alert, Realistisch, Rustig, Instruerend en Eerlijk. Recent voltooide Roos de Harrie Helpt-training. Dat is een tweedaagse training waarin de deelnemer opgeleid wordt tot de ideale collega van iemand met een arbeidsbeperking.
IK WIL MIJN COLLEGA’S LATEN OPBLOEIEN EN ZORGEN DAT ZE ZICHZELF OP WAARDE SCHATTEN
Collega’s leren kennen
“Het was een leerzame training”, vertelt ze enthousiast. “Deelnemers kregen handvatten hoe ze moeten omgaan met mensen met een beperking. Hoe communiceer je? Hoe win je hun vertrouwen? Dat is belangrijk. Net zoals dat je altijd rustig moet blijven en goed moet luisteren. Dat laatste deed ik van nature al. Ik wil mijn collega’s ook echt leren kennen. Zodat ik ook weet wat er speelt als iemand zijn dag niet heeft. En ik vind het ook gewoon leuk en belangrijk om de mens achter de collega te leren kennen.” Roos kijkt terug op een mooie start bij JAN. Die start is pas het begin. “Ik hoop het komende jaar JAN écht op de kaart te zetten. Ik moet en wil nog veel leren. Laat mij maar aanpakken, stappen maken en steeds een beetje groeien. Waar mijn ambitie ligt? Het mogen helpen van mensen die het om welke rede dan ook wat moeilijker hebben in het leven. Ik wil graag iets kunnen betekenen voor een ander. Dat is wie ik ben in het dagelijks leven en dus ook in mijn werk. Ik krijg in elk geval alle ruimte van de BanGroep, net zoals ik mijn collega’s de ruimte geef om zich te ontwikkelen.”